Managing Public Space (MPS) neemt afscheid van twee sleutelfiguren uit de oprichtingsfase: Ton Hesselmans (CROW) en Wiebe Oosterhoff (gemeente Rotterdam). Vanaf het eerste moment speelden zij een cruciale rol in het opzetten en uitbouwen van MPS. Nu dragen ze het stokje over aan een nieuwe generatie. Ze blikken terug en geven hun opvolgers advies.
Het idee voor MPS ontstond in 2016, nadat Wiebe Oosterhoff was overgestapt van Stadsontwikkeling naar Stadsbeheer in Almere. ‘Ik kwam er al snel achter dat beheer ontzettend belangrijk is, maar bijna uitsluitend praktisch werd benaderd,’ vertelt hij. ‘Er ging meer geld in om dan in Stadsontwikkeling, en de impact op steden was enorm. Maar niemand kon mij uitleggen waarom we beheerden zoals we dat deden. Er was geen enkele wetenschappelijke onderbouwing.’ Het idee om daar verandering in te brengen speelde ook binnen iAMPro, een kennisportaal van CROW voor professionals op het gebied van assetmanagement. De deelnemende gemeenten en provincies vonden dat de tijd rijp was voor een goede (academische) opleiding voor beheerders in Nederland.
Leerstoel
Toen Oosterhoff met dit vraagstuk het land doortrok, stoorde het hem dat er geen opleidingen waren op dit gebied. ‘Ik vroeg me af: waarom krijgt het strategisch denken binnen beheer zo weinig aandacht? Waarom is er geen wetenschappelijk onderzoek naar hoe we dit slimmer kunnen doen?’ Via zijn netwerk kwam hij in contact met Ton Hesselmans, die al langer actief was in het CROW-ManagersNetwerk. ‘Daar en in iAMPro speelden vergelijkbare vragen,’ geeft Ton aan. ‘We zagen dat beheer een enorme rol speelde in de ontwikkeling van de openbare ruimte, maar dat het vaak bleef steken op uitvoerend niveau. Er was behoefte aan een integrale, strategische aanpak. Toen Wiebe en ik elkaar tegenkwamen, wisten we: hier moeten we iets mee doen.’ Samen brachten ze een groep vooruitstrevende beheerders bij elkaar en daaruit ontstond het idee voor een leerstoel voor beheer aan een van de Nederlandse universiteiten. Wiebe: ‘Maar ja, probeer dat maar eens voor elkaar te krijgen.’
Scherp
De samenwerking tussen Ton en Wiebe was intensief. ‘We waren echt complementair,’ zegt Ton. ‘Ik bracht mijn wetenschappelijke achtergrond mee, Wiebe had een strategische visie op beheer. Maar het was niet altijd makkelijk.’ Wiebe: ‘Nee, we hebben wat gediscussieerd. Maar dat maakte het beter. We hielden elkaar scherp.’ Ton knikt: ‘Ja, zonder wrijving geen glans. Soms waren we het totaal niet met elkaar eens, maar dat zorgde er juist voor dat onze ideeën sterker werden. Als ik met een theoretisch verhaal kwam, wist Wiebe dat altijd om te zetten naar de praktijk. En andersom zorgde ik ervoor dat zijn ideeën ook van vragen voor de wetenschap werden voorzien.’
De dynamiek tussen hen en andere bestuursleden zorgde ervoor dat MPS in korte tijd veel bereikte: van het opzetten van een wetenschappelijke onderzoekslijn tot het ontwikkelen van een leergang op masterniveau voor professionals en studenten en activiteiten om wetenschappers en beheerders met elkaar in gesprek te brengen. In Wageningen University & Research (WUR) vonden ze de ideale partner om hun ideeën vorm te geven. Hesselmans en Oosterhoff zijn het erover eens dat de “kwartiermakers” binnen die universiteit een enorme bijdrage hebben geleverd aan waar MPS nu voor staat.
Anderhalf miljoen euro in twee maanden
Een van de grootste uitdagingen was het verkrijgen van de financiering van het onderzoek- en onderwijsprogramma aan de WUR en van de eigen activiteiten van de stichting MPS die speciaal voor deze aanpak werd opgericht. ‘We moesten minimaal anderhalf miljoen euro voor vier jaar ophalen,’ vertelt Wiebe. ‘Daarvoor gingen Ton en ik samen het land door. Gemeenten, provincies, adviesbureaus – we hebben heel wat gesprekken gevoerd.’ Ton vult aan: ‘Het bijzondere was: we konden eigenlijk niet zoveel beloven. We hadden geen kant-en-klare opleiding of tastbare resultaten achter de hand. We vroegen mensen om in ons idee te geloven en mee te doen.’ En dat werkte. ‘Het was echt bizar,’ zegt Wiebe. ‘Binnen twee maanden hadden we het bedrag bij elkaar.’ Volgens Ton kwam dat door hun aanpak: ‘We waren enthousiast, kenden veel mensen, en waren betrouwbaar. Dat maakte het verschil.’ De goede lancering tijdens het Nationaal Congres Beheer Openbare Ruimte van CROW in 2019, waar een groot deel van de doelgroep aanwezig was, is een enorme steun in de rug geweest.
Volwaardige opleiding voor beheer
Hoewel ze nu afscheid nemen van hun bestuursrollen, blijft er nog genoeg te doen. ‘Onze droom is dat je straks beheer aan meerdere universiteiten kunt studeren, net zoals planologie of stedenbouw,’ zegt Wiebe. ‘Dan is MPS als stichting niet meer nodig. Dan hebben we het gefikst.’ Ton knikt: ‘Ja, dan kunnen we die opheffen. Maar zover zijn we nog niet. Er moet nog veel gebeuren om het vakgebied beheer en onderhoud van de openbare ruimte en infrastructuur structureel op de kaart te zetten.’ De grootste uitdaging ligt volgens hen in het bereiken van een bredere groep beheerders én wetenschappers. ‘We hebben een niche aangesproken, maar de grote groep professionals binnen de beheerwereld en veel wetenschappers moeten we nog overtuigen,’ zegt Ton. ‘Daar ligt een belangrijke taak voor onze opvolgers.’
Blijf bouwen aan relaties
Hesselmans en Oosterhoff hebben duidelijke adviezen voor hun opvolgers. ‘Zorg goed voor je relatiebeheer,’ zegt Wiebe. ‘Wij kenden veel mensen en wisten hoe we mensen vanuit de inhoud moesten enthousiasmeren. Dat is cruciaal.’ Ton voegt daaraan toe: ‘En houd de lange termijn in het oog. Dit vakgebied ontwikkelt zich langzaam. Je moet geduldig zijn en blijven volhouden.’
Hoewel hun bestuurlijke rol ophoudt, zullen ze MPS niet helemaal loslaten. ‘Ik blijf betrokken als adviseur,’ zegt Wiebe. ‘Maar ik wil niet meer in de dagelijkse operatie zitten. Geen gedoe meer met statuten en begrotingen.’ Ton blijft een van de promovendi begeleiden en maakt zich sterk voor een historisch onderzoek naar het beheer van de openbare ruimte. ‘Daarvan is nog zoveel onbekend en zoveel van te leren.’
Met hun vertrek breekt een nieuwe fase aan voor MPS. Een fase waarin een frisse blik en nieuwe energie het fundament verder zullen versterken. Maar één ding is zeker: de impact van Ton en Wiebe zal nog lang voelbaar blijven.