Circulariteit vereist van beheerders een systeemsprong

Delen

Facebook
Twitter
LinkedIn
Email
WhatsApp

Wacht niet af tot er iets over circulariteit in het Regeerakkoord of collegeprogramma is opgenomen. Want daarmee voorkom je alleen maar dat je zelf in actie hoeft te komen, aldus Lindy Molenkamp, directeur beheer en uitvoering van de provincie Noord-Holland. “We moeten juist met elkaar proberen duidelijke ambities per termijn af te spreken. En wel op zo’n manier dat de markt zich ook kan prepareren op die werkelijkheid.”

Molenkamp was een van de deelnemers aan een op donderdag 14 oktober gehouden debat over circulair beheer van de openbare ruimte. De bijeenkomst in Utrecht vormde het slot van een reeks themasessies over dit thema, georganiseerd door de stichting Managing Public Space (MPS).

Uit de themasessies bleek al dat de transitie van lineair naar circulair beheer van de openbare ruimte bepaald geen aanhangsel is bij bestaande thema’s als energietransitie en klimaatadaptatie. Circulariteit is een ingrijpende nieuwe doelstelling, waaraan niet alleen beleidsmatig maar ook in de uitvoeringspraktijk handen en voeten zal moeten worden gegeven. De vraag is alleen: hoe?

Om het beheer van de openbare ruimte en de marktpartijen die op dat terrein actief zijn daadwerkelijk circulair te krijgen, zijn er in ieder geval vele miljarden euro’s nodig, stelde Molenkamp. “Circulariteit vereist een systeemsprong en is bepaald geen kleine verandering. Een systeemsprong vergt een andere financiële boekhouding en andere relaties met het netwerk. Dat brengt de nodige onzekerheid in de bedrijfsvoering met zich mee. Als je als overheid plateaus aanbrengt in de beleidsontwikkeling en marktpartijen daarmee de zekerheid biedt dat zij de investeringen die ze doen ook terug kunnen verdienen, dan komen zij in beweging. Als de overheid daarentegen alle kanten uitschiet en maar wat doet, blijft iedereen als een verschrikt konijn in de koplampen zitten staren en komen we geen steek verder.”

Bied ruimte voor prestaties

Scherp en eenduidig aangeven wat er van de markt verlangd wordt. En vervolgens ook de ruimte bieden om die prestatie te leveren. Dat is de lijn die ook Mark van den Kieboom voorstaat. Hij is adviseur schoon en circulair bij de Antea Group. “Wat je ook opneemt in het Regeerakkoord of de collegeprogramma’s: maak het niet te uitgebreid, duik niet teveel in de details, maar beperk je tot de hoofdlijnen. Geef verplichtingen mee, stel bepaalde ambities en streefwaarden vast. Maar houdt het daarbij.”

Volgens Sander Lubberhuizen, bedrijfsleider van het Energiepunt van de gemeente Apeldoorn, begint het ermee dat de opdrachtgevers in deze wereld hun rol gaan pakken. “Wij moeten als opdrachtgevers simpelweg goed onder woorden zien te brengen wat we willen. We hebben spullen en we hebben het geld. Wat hebben we te doen dat markt maximaal kan presteren? Naar mijn mening zullen we als overheid naar nieuwe samenwerkingsvormen moeten overstappen, waarin we op een andere manier omgaan met marktpartijen. Een manier waarop zij zelf maar ook met elkaar kunnen kijken waar de kennis zit en hoe die op de juiste manier kan worden ingezet. Technologie is namelijk het laatste probleem om tot circulariteit te komen.”

Wees een aantrekkelijke partij

Hoogleraar bestuurskunde Geert Teisman vindt het stellen van een helder doel of norm een mooi begin. “Maar dat helpt partijen uiteindelijk niet om sneller en hoogwaardiger te werken. Mijn advies zou veel eerder zijn: probeer attractief beleid te formuleren of een aantrekkelijk voorstel te doen. De complexiteitstheorie leert ons dat een systeem zich nooit naar het doel van een van de actoren beweegt. Dat beweegt zich altijd in de richting van de attractor, de partij die iets heeft of wil, wat zo aantrekkelijk is voor alle actoren dat ze in beweging komen. Dat is de essentie: wordt een aantrekkelijke partij.”

Volgens Patrick Witte, universitair docent social planning aan de Universiteit Utrecht, is het daarbij goed om het maakbaarheidsdenken los te laten. “Het is inderdaad een complexe opgave waar we in het beheer van de openbare ruimte voor staan. Maar het idee is nog dat we die complexiteit nog steeds heel erg kunnen beheersen en beheersbaar kunnen maken. Ook als overheid. Dat idee mag wel wat minder prominent aanwezig zijn. Misschien zijn we juist wel toe aan een periode van meer ruimte bieden aan de markt om in beweging te komen en alleen daar waar nodig en mogelijk het marktfalen corrigeren.”

Teisman is het daarmee eens.  “In het huidige aanbestedingsbeleid van de overheid worden alle vormen van creativiteit of pro-activiteit van private partijen zo onderdrukt, dat het er nooit meer uitkomt. Dat zullen we anders met elkaar moeten organiseren. Op het moment dat je private partijen voor de hele cyclus verantwoordelijk maakt, dus inclusief het van afval nieuwe bouwstoffen maken, dan ontstaat er een heel andere configuratie en oriëntatie. Dan wordt zo’n partij je partner in plaats van iemand die alles precies moet doen zoals jij het bedacht hebt.”

Delen

Facebook
Twitter
LinkedIn
Email
WhatsApp

Laatste nieuws

Dr. Ir. Arjan Hijdra is aangetrokken als kandidaat voor het buitengewoon hoogleraarschapstraject. Hij gaat bij Wageningen University & Research (WUR) zijn wetenschappelijke beheerkennis uitbouwen en delen, met de benoeming als...
MPS is erg trots en dankbaar voor de betrokkenheid van haar sponsoren. Elk jaar mogen sponsoren meedenken en beslissen over de wetenschappelijke kennis die bijdraagt aan het beheer van de...
Momenteel sturen beheerders nauwelijks op maatschappelijke opgaven, maar vooral op ‘schoon, heel en veilig’. In de praktijk is er een grote kloof tussen het fysieke en sociale domein, zowel in...